Vrouwen in institutioneel Pensioen

Lutjens zei dat pensioenrecht echt iets voor mij was

door Frank van Alphen - PensioenPro

Monique van der Poel

Monique van der Poel (1981) combineerde haar rechtenstudie met een opleiding aan het conservatorium. Op aanraden van Erik Lutjens specialiseerde ze zich in pensioenrecht. Sinds april is Van der Poel bestuurder bij PME.

Wat wilde je vroeger worden?
‘Op de basisschool was ik al geboeid door de magie van woorden. Met woorden kun je mensen verbinden en overtuigen. Daarom leek advocaat me een mooi beroep. Maar ik zag mezelf ook wel als kunstenaar of concertpianist.’

Uit wat voor gezin kom je?
‘Mijn vader werkt bij Waternet en is verantwoordelijk voor het ict-beheer van de pompgemalen. Mijn moeder was verpleegkundig specialist.’

Waar ging je naar de middelbare school?
‘In Alkmaar. Ik combineerde het examenjaar van het VWO met de vooropleiding klassiek piano aan het conservatorium. Het VWO en conservatorium waren twee verschillende werelden, met andere typen mensen. Ik vond de afwisseling geweldig.’

Wat ging je studeren?
‘Ik ging naar Amsterdam rechten studeren én naar het conservatorium.’

Valt dat te combineren?
‘Ik genoot van beide opleidingen. Het was druk, maar niet stressvol. De houd van de combinatie van ratio en gevoel. Bij beide studies leerde ik dat des te harder je werkt des te natuurlijker en makkelijker resultaten overkomen. Ik maakte mij niet veel illusies over mijn carrière in de muziek. De kans dat jij die ene concertpianist wordt, is klein.’

Je bent doorgegaan met rechten?
‘Ja. Na mijn propedeuse rechten heb ik gekozen voor een tussenjaar waarin ik vrijwilligerswerk deed met kinderen in Ecuador.’

Hoe kwam je terecht bij de specialisatie pensioenrecht?
‘Hoogleraar pensioenrecht Erik Lutjens heeft me overgehaald. Hij zei dat pensioenrecht echt iets voor mij was. In tegenstelling tot het arbeidsrecht was het een relatief nieuw rechtsgebied. Je kon creatief zijn en nieuwe oplossingen vinden.’

Waar ging je werken?
‘In 2005 ging ik aan de slag bij Brauw Blackstone Westbroek. Mijn specialiteit was een schot in de roos. De belangstelling voor pensioen kwam net op gang. Doordat de andere advocaat-stagiares gruwelden van pensioenrecht, mocht ik meteen mee helpen met de grote pensioenzaken. In die tijd hadden we bijvoorbeeld te maken met buitenlandse sponsoren die miljoenen moesten bijstorten in het pensioenfonds. Dat vonden ze soms moeilijk te verteren.’

Wij traden op voor Philips Pensioenfonds in de grootste vastgoedzaak van Nederland. Het was een zaak met interessante juridische en emotionele aspecten. Op dat moment zie je hoe erg het is voor mensen als vertrouwen door directe collega’s wordt beschaamd en wat de functie is van goede governance.’

Je stapte over naar DLA Piper. Waarom?
‘Ik had daar de kans mij te verbreden: meer arbeidsrecht en vaker procederen. Bovendien werkte Erik Lutjens bij DLA Piper.’

Na 7 jaar stop je en begint je in 2012 voor jezelf.
‘Ja, ik vind de verantwoordelijkheid prettig. Je kunt je een eigen koers varen en cliënten kiezen die goed bij je passen.’

De wetenschappelijke kant bleef ook trekken?
‘Ja, ik had bij het Expertisecentrum Pensioenrecht van de VU in 2013 een boek gepubliceerd over de houdbaarheid van verplicht gestelde pensioenfondsen. De timing was goed, want er werd destijds openlijk getwijfeld aan de houdbaarheid van ons stelsel. Het was alweer Lutjens die mij daarna aanmoedigde bij hem op het onderwerp solidariteit en pensioenen te promoveren. Daar ben ik nu mee bezig.’

Sinds 2017 zit je in twee raden van toezicht van pensioenfondsen.
‘Ik wilde naast mijn andere werk ook als toezichthouder en bestuurder in de pensioensector aan de slag. Ik werd gevraagd te solliciteren naar de vacature voor lid van de raad van toezicht van het Pensioenfonds Tandtechniek. Het was vanaf de eerste dag een genot om met deze raad te werken, maar ook hard aanpoten. Onder meer omdat de relatie tussen het verantwoordingsorgaan en het bestuur niet goed werkbaar was. Dat mondde uit in een rechtszaak. De Ondernemingskamer bood duidelijkheid over de rolverdelingen. De relatie tussen het bestuur en het nieuwe verantwoordingsorgaan is nu goed. ’

Je zit ook in de raad van toezicht van BPL Pensioen, het pensioenfonds voor de groene sector. ‘Ik kreeg de vacature binnen via mijn lidmaatschap van VIIP, een netwerk voor vrouwen in de pensioensector. Toen ik ging solliciteren, was ik hoogzwanger en paste ik nauwelijks door de deur. Ik voelde mij daar wel wat ongemakkelijk over en vroeg me af of dat invloed zou hebben. Gelukkig niet: ik ben aangenomen.’

Nu ben je ook bestuurder geworden.
‘Vorig jaar bedacht ik nog dat mijn ideaal twee rvt’s en een bestuursfunctie zou zijn. Dat dat nu al is gelukt had ik niet verwacht. Ik zit nu in het bestuur van PME. Ik ben niet-uitvoerend bestuurder op een zetel van de werkgeversorganisatie FME.’

Wat zijn je onderwerpen bij PME?
‘Ik neem plaats in de bestuurlijke commissie pensioenbeheer en communicatie. Vanuit mijn achtergrond kijk ik van nature scherp naar interne en externe governance, juridische zaken en risicomanagement.’

Hoe combineer je werk en privé?
‘Het is een kwestie van goed plannen. Zeker omdat ik een dochter van 3.5 en een zoontje van 9 maanden heb. Het is een voordeel dat ik zelfstandige ben en mijn tijd zelf kan indelen. Maar ik moet er wel bij zeggen dat het allemaal niet zou lukken zonder mijn man, opa’s, oma’s en oppassen.’

Nog tijd voor piano of schilderen?
‘Schilderen heb ik nu geen tijd voor, maar dat komt wel weer. Ik maak nog wel muziek. Af en toe zit ik achter de piano en zing ik jazz. Verder zit ik in het bestuur van de Amsterdamse kunstinstelling W139 aan de Warmoesstraat. Daar is ruimte voor het experiment en staat de kunstenaar centraal.’

Artikel is eerder verschenen op PensioenPro.